Voordat de coronacrisis begon, waren er al grote zorgen over de kloof tussen arm en rijk. We hebben allemaal kunnen lezen hoe armoede niet alleen grote impact heeft op het dagelijks leven, maar ook op de levensverwachting. Gemiddeld leven inwoners in de sterkere wijken in Helmond zo’n 7 jaar langer dan inwoners in de wijken waar veel problematiek heerst. Deze kloof lijkt door corona alleen maar groter te worden, met nog verdere tweedeling en kansenongelijkheid tot gevolg. Het is goed dat we er als stad op inzetten om de sociale en maatschappelijke tweedeling te verkleinen.

 

De tweedeling in een samenleving heeft impact op veel fronten. Veiligheid en leefbaarheid is een van die fronten. Door kansenongelijkheid, armoede en een gebrek aan hoop en perspectief zijn mensen kwetsbaarder. Verkeerde keuzes worden sneller gemaakt en de kans dat men in de criminaliteit belandt, neemt toe. In veruit de meeste gevallen gebeurt dit niet vanuit een intrinsieke motivatie om het slechte te doen. Mensen zijn heel goed in staat het juiste pad te herkennen, maar dit inzicht raakt vertroebeld wanneer men in een uitzichtloze situatie terecht komt. Het criminele pad is dan een makkelijke uitweg waarvan men de risico’s en gevolgen niet meer goed kan overzien. Een succesvolle aanpak van criminaliteit begint dus bij het wegnemen van uitzichtloze situaties. Preventie aan de voorkant is op termijn effectiever dan repressie aan de achterkant. Voorkomen is beter dan genezen. Dat neemt niet weg dat stevig optreden in sommige gevallen noodzakelijk is. Het sluiten van het pand aan de Heistraat is hiervan een voorbeeld, waarvoor complimenten aan de burgemeester.

 

Om succesvol te zijn met preventie, is het zaak om in te zetten op het ontdekken en ontwikkelen van talenten en kwaliteiten van onze inwoners. Daarbij is het ook van belang dat we kansen creëren voor inwoners om die talenten en kwaliteiten daadwerkelijk in te zetten. Met name bij jongeren speelt dit een grote rol. Het herijken van de opdracht aan jongerenwerkers, waarbij de nadruk gelegd wordt op de ‘zwaardere doelgroep’ lijkt ons dan ook de verkeerde insteek. In plaats daarvan zien wij vooral het belang van preventie. Investeer zo vroeg mogelijk in talent- en kansen ontwikkeling voor kinderen en jongeren en leg de verbinding tussen de thuissituatie, het onderwijs en vrije tijd.

 

Ziet het college bijvoorbeeld mogelijkheden om binnen het jongerenprogramma jongeren die een sterke positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt de ruimte te bieden een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en het behalen van de doelen met betrekking tot preventie?

 

Ziet het college ruimte om, al dan niet via de wijkraden, een geoormerkt budget beschikbaar te stellen voor buurtpreventieteams?

 

Naast tweedeling en groeiende kansenongelijkheid in individuele situaties zien we in de huidige samenleving ook een groeiende kloof tussen groepen. Een groeiend wij-zij denken, of anders gezegd, een hokjesdenken. Helaas hebben we ook in Helmond ervaren dat de tegenstellingen in de stad toenemen en groepen tegenover elkaar komen te staan. Vooroordelen en polarisatie bedreigen de leefbaarheid en veiligheid in onze stad. Denk maar aan de rellen in de zomer.

 

Het liefst zou GroenLinks niet spreken over verschillende groepen in de samenleving en het hokjesdenken wegnemen uit het publieke debat. Dit bereiken we pas wanneer het niet meer mogelijk is om onderscheid te maken en iedere groep vloeiend overloopt in andere groepen. Zolang er sociale en maatschappelijke tweedeling is tussen bevolkingsgroepen, blijft het hokjesdenken bestaan. Naast alle nadelige effecten op de maatschappij is het ook vanwege dat hokjesdenken belangrijk die tweedeling tegen te gaan.

 

Het is belangrijk dat de gemeente met wijkbewoners van verschillende culturen, achtergronden en leeftijden, actie onderneemt om samen te bouwen aan een mooier, inclusief Helmond, aan hoop en perspectief voor iedereen. Juist voor de groepen waarvoor dit minder vanzelfsprekend is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan jongeren met een migratieachtergrond. Het Centraal Planbureau schreef in haar Macro Economische Verkenningen “dat de huidige crisis de bestaande arbeidsdiscriminatie versterkt en dat mensen met een niet-westerse achtergrond mede hierdoor nog moeilijker aan de bak komen. Dat is een pijnlijke constatering, want dit leidt tot nog meer vooroordelen en hokjesdenken. (motie artikel 1)

 

Verder is het belangrijk dat jongeren net als alle inwoners deel kunnen nemen aan de samenleving. Jongeren komen graag samen in de wijken, denk daarbij aan wijkgebouwen of scholen. De gedachte van een wijkhuis-brede-school voor de Binnenstad Oost is in de praktijk losgelaten. Is het mogelijk om terug te gaan naar deze gedachte en een wijkhuis-brede-school weer als huiskamer van de binnenstad in te richten, waar jong en oud samen kunnen komen zodat mooie ontmoetingen en samenwerking kunnen ontstaan?

 

De tweedeling in de stad kunnen we ook effectief kleiner maken door stevig in te zetten op de jongste jeugd. Zo worden we de kindvriendelijke stad die we willen zijn en krijgt de jeugd meer kansen op succes in de toekomst. We zijn verheugd met de invulling van het programma jeugd en onderwijs, waarin veel aandacht is voor de zorg voor jeugdigen en opnieuw voor perspectief voor jongeren. Wel maken we ons zorgen over de signalen die we opvangen over de toename van complexe problematiek in de huiselijke sfeer en huiselijk geweld als gevolg van de coronacrisis. Heeft de wethouder contact met scholen over toename van deze problemen?

 

Het is goed dat kosten kunnen worden bespaard door het terugbrengen van het aantal consultatiebureaus, omdat mensen mobieler worden, maar hou dan wel oog voor een goede spreiding van locaties door de stad als het OV na het stopzetten van BravoFlex door de provincie flink vermindert. Het is belangrijk dat alle wijken en met name de kwetsbare in zicht blijven.

 

Over onze jonge inwoners gesproken, is er al meer bekend over een oplossing voor Zuiderbos?

 

De Helmondse jeugd verdient een groot compliment voor hoe serieus zij meegewerkt heeft om te komen tot jeugdvriendelijk beleid. Dit soort participatietrajecten zijn echt een ‘school’voorbeeld van hoe effectief en leuk participatie kan zijn. We hopen dat dit niet alleen de inwoners maar ook de gemeente inspireert om deze lijn door te zetten!

 

In het licht van participatie zien we reeds goede inzet op communicatie en participatie. Op social media zijn we de laatste tijd ook goed bezig, maar de interactie met inwoners vanuit de gemeente is vaak nog erg verlegen en terughoudend op deze platforms. Hier mag de gemeente echt nog meer op inzetten.

 

Daarnaast zijn we ook erg blij te zien dat digitale inclusie wijkgericht wordt opgepakt. Ook de ongekend snelle digitalisering van onze maatschappij draagt namelijk het risico op tweedeling met zich mee. We zijn erg benieuwd naar het concrete actieplan!

 

We zijn onder de indruk van hoe de gemeente omgaat met integriteit binnen de eigen organisatie. EINDEEE