Het college van B&W heeft de vervolgvragen beantwoord die GroenLinks heeft gesteld over bodemverontreinging. In een eerste reactie noemt fractievoorzitter Rudi van der Made de nieuwe informatie zeer zorgelijk.
In de beantwoording van de eerste vragen, door het vorige college, werd de zorg van meerdere raadsfracties niet serieus genomen. Dat heeft GroenLinks aangezet tot het verder onderzoeken van de meldingen die we kregen, en de werkwijze van de gemeente. We zagen onszelf daarbij gevangen tussen twee bronnen van informatie. Enerzijds enkele goed geïnformeerde inwoners van Helmond die grote zorgen hebben, anderzijds enkele ambtenaren die met het beperkte budget hun stinkende best doen om de risico's op de vele plaatsen in de stad zo goed mogelijk onder controle te houden. Het stellen van uitgebreidere en meer gedetailleerde vragen was daarom een logisch gevolg.
Rudi van der Made is blij dat hij dat gedaan heeft, want: "deze beantwoording toont aan dat er wel degelijk reden is om bezorgd te zijn. De aangetroffen PAK, benzeen, metalen, zink en arseen roept bij mij grote zorgen op. Ik ben er door deze beantwoording niet van overtuigd dat deze stoffen zich niet via het grondwater verspreiden en zo een groter gevaar voor de volksgezondheid vormen dan alleen het gebruik ter plekke doet vermoeden. Bovendien is het natuurlijk schokkend om te lezen waar de bewoners van het kampje aan de Beemdweg zich moeten houden om daar volgens de gemeente veilig te wonen.
Ik ben dan ook nog steeds van mening dat de gemeenteraad over onvoldoende informatie beschikt om te beoordelen of de financiële kaders van het Uitvoeringsprogramma Bodemsanering toereikend zijn om de risico’s voor mens, dier en natuur binnen verantwoorde grenzen te houden.
Deze beantwoording geeft meer dan voldoende aanleiding om hier de commissie RF eens goed over te laten voorlichten. Ik heb er alle vertrouwen in dat ook andere partijen dit inzien."
Zie ook de eerste berichten hierover van Omroep Brabant en De weblog van Helmond.