GroenLinks raadslid Rudi van der Made schrijft wekelijks op donderdag zijn column "Donderpreek".

Dinsdagmiddag en -avond was ik te gast in de Fonkel bij een evenement dat vrijwilligers uit de wijk, jonge ambtenaren, politici, politieagenten, wijkbewoners en professionele welzijnswerkers bij elkaar bracht. Ik heb mijzelf de afgelopen jaren vaak afgemeld voor de overdag-evenementen waarvoor ik als gemeenteraadslid ben uitgenodigd, maar deze keer heb ik er een middag voor vrijgenomen van mijn werk. Naast de informele kant van het evenement, inclusief goed vermaak en lekker eten, waren er ook georganiseerde discussies rond de thema's veiligheid, opvoeding en activiteiten in de wijk. De afsluitende discussie (ik schat met een kleine 100 mensen) verliep enigszins rommelig, maar toch wel leuk, voornamelijk vanwege de enorme variatie aan aanwezige mensen.
Tegen het eind van discussie werd door één meneer de opmerking gemaakt dat veel van de problemen in de Binnenstad worden veroorzaakt door een gebrek aan respect, en dat het daarom een goed idee zou zijn als de gemeenteraad van Helmond een sociale dienstplicht voor jongeren invoert in de stad. Discussieleider Udo Holtappels vroeg vervolgens aan mij als raadslid of ik daar iets voor voelde. Omdat deze meneer duidelijk iets bedoelde dat veel verder gaat dan de maatschappelijke stages die in het middelbaar onderwijs ingevoerd worden, heb ik geprobeerd duidelijk te maken dat een positieve insteek veel meer kan opleveren dan een vrij willekeurige verplichting. De meneer die het voorstel had gedaan, zette mijn standpunt in de hoek als Vrijheid Blijheid, en "met die houding zou ook weer overal hondepoep komen". Ik kreeg niet de mogelijkheid om daar weer op te reageren. Misschien maar goed ook, want (los van die hondepoep) was de kern van het verschil in benadering wel geraakt.
Deze bij zijn wijk betrokken man staat dichter bij de problematiek dan ik, en tegelijkertijd vind ik het belangrijk om niet alle jongeren verplichtingen op te gaan leggen, enkel omdat het wankele evenwicht in de wijk regelmatig verstoord wordt door een kleine groep criminelen met een beperkte groep jongeren die daar omheen hangt. Noem het optimisme, misschien zelfs naief, maar ik kan en wil geen andere kijk op de toekomst hebben. Vrijheid, blijheid, dat was de kwalificatie. Negatief bedoeld, maar eigenlijk is daar helemaal niks mis mee. Blijheid is een mooi ding, en ervan beschuldigd te worden vrijheid na te streven is ook niet verkeerd.
"Van welke partij bent u?", vroeg een politieman mij na afloop. "Van GroenLinks", zei ik trots, "en vrijheid, blijheid typeert ons best goed". Hij keek bedenkelijk.